vrijdag 17 oktober 2025

Bovenleiding modeltram, de rijdraden.

 Het aanbrengen van de rijdraden kostte mij drie volle werkdagen, nu rijden de trams onder de draad!

Gewerkt is met 0,3 mm Bronzefederdraht van Weichen-Walter



Proefrit en controle op fouten.

Foto's lieten zien wat er nog aangepast moet worden.


Voor het solderen van de rijdraden zijn de houten blokjes weer neergezet. Vooraf had ik voor elk blokje de juiste maat tussen mast en rijdraad bepaald en op de blokjes aangegeven. Het solderen zelf werd zo een eenvoudige zaak. De tijd ging vooral zitten in de juiste maatvoering en de juiste afspanning. Na het maken van foto's bleek dat er naderhand ook nog kleine zaken aangepast moesten worden. 



Spelden houden de rijdraad op de juiste afstand.
Tape zet de zijwaartse goed vast tegen het hout.


Alle bovenleiding is aangebracht zoals dat in werkelijkheid ook gedaan zou zijn. Ik heb op het zichtbare gedeelte twee 6 m lange rijdraden gebruikt die elkaar kruisen in de tweesporige keerlus en na de keerlus afgespannen zijn aan een mast. Die twee masten zijn voorzien van een (functieloze ) wielafspanning. Zie ook het vorig bericht: Afspaninrichting bovenleiding.

Het afspannen van de rijdraad bleek niet eenvoudig. De rijdraad dient zo strak mogelijk gespannen te worden. Ik doe dat met spiraalveren. In het schaduwstation blijven deze zitten, op de zichtbare afspanpunten kan dat natuurlijk niet. Daarom deze constructie:



Voor het solderen eerst de rijdraad onder de juiste spanning zetten.


Tijdelijk is een stevige schroef in het hout gedraaid. De rijdraad loopt van de veer, langs de wielafspanning. Op bovenstaande foto de veer van een eerste rijdraad, daarachter de wielafspanning van een tweede rijdraad met twee velden daar weer achter de daarbij behorende veer.



Draadverloop wielafspanning.


De af te spannen rijdraad loopt over het wiel naar de grote veer. Een hulpdraad loopt eveneens over het wiel, om de mast en weer terug over de andere zijde van het wiel. De drie draden zijn door een klein buisje geleid, op de foto zichtbaar voor het wiel. De twee einden van de hulpdraad zijn eveneens afgespannen. Als alles op de goede spanning staat werden de draden met soldeer in het buisje vastgezet en vervolgens afgeknipt. De mast wordt dan belast met de rijdraadspanning. De mast is geschoord met een draad naar de baan. Het wiel zelf wordt niet belast. Ik heb van het oorspronkelijke wiel te veel verwijderd.



Wielafspaninrichting gemonteerd.


De rijdraad staat niet zo snaar strak als op mijn vorige RhB modelbaan. Bij het bovenleiding systeem "tramophanging" trekt een te strakke rijdraad in de 25 cm boog alles naar binnen. De spanning is bepaald door te kijken wat de rijdraad doet. 
Alle pantografen van de trams zijn daarop aangepast. De pantograaf staat met heel weinig druk tegen de rijdraad. Ik gebruik nu een Sommerfeldt veertje 041 (1,5 x 9 mm) die ik tot 11 mm oprek. 

De rijdraad blijft nog even onbeschilderd. Daardoor kunnen nog aanpassingen gedaan worden.
Tijdens proefritten bleek dat er hier en daar nog wat bijgesteld moest worden.


Groene kleur: maximale uitwijking van 3 mm uit de spoor as.

In de scherpe bogen van de keerlus bleek de rijdraad op een paar punten net buiten het "groene gebied" (maximale uitwijking) bevestigd te zijn. Dat was eenvoudig te herstellen, maar de rijdraad afspanning moest wel weer opnieuw. 

Ik het schaduwstation is dezelfde draad gebruikt, maar met ingekorte Sommerfeldt mastjes.
Vlak voor de lage keerlus glijdt de pantograaf van de rijdraad op de omgekeerd bevestigde spoorstaaf aan het "dak".



Bovenleiding in het schaduwstation.


Inmiddels rijden alle trams op normale snelheid. Het is een fascinerend gezicht hoe de pantograaf onder de "hoekig" opgehangen rijdraad door de scherpe bocht glijdt. Als alles klaar komt er zeker een filmpje!

Nu eerst de hangdraden en draagkabels aanbrengen op het rechte traject. Bovenleiding zelf maken blijft een tijdrovend, een uitdagend maar ook erg mooi werk!

Met groet, Jan


Geen opmerkingen:

Een reactie posten